Een hoogbegaafd kind in groep 3. Wat nu?

Groep 3 is voor veel kinderen spannend. Zo ook voor het hoogbegaafde kind. Ook deze leerling hoopt in groep 3 veel nieuwe dingen te leren en lekker te worden uitgedaagd. Maar wat nu als deze leerling een enorme ontwikkelingsvoorsprong heeft? Wat als deze leerling nu al kan lezen en kan rekenen? In deze blog vind je tips en ideeën hoe je dit kunt aanpakken.

Wennen

Alle kinderen in groep 3 moeten wennen. Aan een nieuwe juf of meester en aan de vaak nieuwe kinderen. Ook bijvoorbeeld het stil zitten aan een tafeltje, het werken in boeken en (werk) schriften en de nieuwe materialen is voor een groep 3 leerling vaak flink wennen. Dat geldt net zo goed voor een hoogbegaafde leerling.

Ik maak regelmatig mee dat bovenstaande voor sommige leerkrachten een reden is om te wachten met onderwijsaanpassingen. “Eerst maar even wennen aan de gewone groep 3 stof en de manier van werken en daarna maak ik het op maat.” Realiseer je dat deze leerling waarschijnlijk zijn hele schoolloopbaan anders zal werken dan de gemiddelde andere leerlingen uit de klas. Wennen aan de gewone manier, is dus voor deze leerling eigenlijk wennen aan de ongewone manier…

Daarnaast is het voor veel kinderen erg teleurstellend als zij in groep 3 alleen maar dingen horen, die ze allang weten en kunnen.  Hoe langer dit duurt, hoe meer demotiverend dit zal werken.

Overdracht

Zorg voor een overdracht, vóórdat de school begint. Dan ben je in ieder geval al op de hoogte van het feit dat je een hoogbegaafde leerling in de klas zult treffen.

Schat de overdracht op waarde. Je collega is immers ook een professional. Dus waarom zou je zijn of haar bevindingen de eerste weken nogmaals gaan onderzoeken?

Daarnaast is het voor een kind erg frustrerend om zich eerst te moeten bewijzen, voordat het de hulp krijgt die het nodig heeft. Vergelijk het met een leerling die medicatie krijgt voor ADHD of een leerling die, door zijn ASS, behoefte heeft aan voorspelbaarheid of… Neem je eerst ook de proef op de som door geen medicatie te geven of niet je dagrooster op het bord te schrijven om te zien wat er gebeurt? Vast niet! Neem de informatie van je collega voor waar aan en bouw verder op wat hij/zij aan jou overdraagt.

Start, zoals hierboven al staat, zo snel mogelijk, liefst op dag 1 met de onderwijsaanpassingen.

Zijn er dingen niet bekend, zoals het precieze leesniveau of het didactisch niveau van rekenen? Dan maakt het het voor jou erg lastig om gelijk op het juiste niveau in te stappen. Breng het in dat geval zo snel mogelijk in kaart door bijv door te toetsen. Vraag  om hulp bij  je IB-er (of collega) wanneer dit niet lukt in de drukte van de eerste weken. Overleg dan samen hoe jullie zo snel mogelijk het juiste onderwijsniveau in kaart kunnen brengen.

Ouders

In het kader van het in kaart brengen van wat een leerling nodig heeft, is behalve de informatie uit de overdracht, de informatie van ouders ook ontzettend waardevol. Organiseer een startgesprek en “gebruik” ouders om informatie aan te vullen.

Houd er rekening mee dat het regelmatig voorkomt dat hoogbegaafde kinderen niet altijd op school laten zien wat ze kunnen. Vaak doen ze dat dan thuis wel. Wanneer een ouder dus vertelt dat het kind al kan lezen, ga er dan vanuit dat het klopt en vraagt door om er achter te komen, hoe het kind lezen kan.

Is er sprake van spellend lezen (hakken en plakken) of leest het kind al vloeiend? Kent het 2-tekenklanken, dubbelklanken? Kan er sprake zijn van onthouden van tekst uit boeken, waardoor het lijkt alsof het kind vloeiend leest etc…

Maak met ouders vervolgafspraken. Zij kunnen je vaak heel goed vertellen of het kind voldoende wordt uitgedaagd. Het gebeurt namelijk vaak dat een kind zich thuis enorm afzet, als het op school niet voldoende wordt uitgedaagd of steeds weer moet aanpassen. Je de hele dag vervelen, niet hoeven nadenken of je steeds weer aanpassen, kost enorm veel energie en levert veel frustratie op. Ouders zijn vaak de eerste die dat merken.

Daarnaast kunnen ouders je vaak een goed beeld geven van de evt. gevoeligheden van het kind, de wijze waarop hij/zij zich uit, waar het kind juist van houdt en alle andere zaken die belangrijk zijn om te weten.

Al kunnen lezen

Het gebeurt regelmatig dat kinderen al kunnen lezen als zij in groep 3 starten. Deze kinderen kun je niet vanaf Kern 1/Hoofdstuk 1 mee laten doen. Denk eerder aan de laatste kernen van het jaar. Maak dit afhankelijk van de beginsituatie. Beginsituatie niet bekend? Zorg dan, zoals hierboven al staat, dat je dit z.s.m. in kaart hebt.

Laat een kind ook niet voor de zekerheid met de instructie meedoen. Luisteren naar uitleg over iets dat je allang beheerst, is nooit fijn.

Bij leerlingen, die in groep 3 leren lezen, gaat lezen en spelling hand in hand. Ze leren een nieuwe letter lezen én schrijven. Voor kinderen die al kunnen lezen, ligt dat anders. Spelling is dus wel een aandachtspunt. Onderzoek of dit bij jouw leerling ook het geval in. Digitale software, zoals Squla en Ambrasoft kun je inzetten om deze leerlingen hiermee te laten oefenen.

Bij spelling helpt het stappenplan:

  1. Zeg het woord
  2. Deel het woord in stukken
  3. Wat zou de moeilijkheid kunnen zijn?
  4. Schrijf het woord op
  5. Lees het (hardop) na: staat er nu wat er moet staan en is iedereen het daarmee eens?

Realiseer je dat technisch lezen en begrijpend lezen ook 2 verschillende dingen zijn.  Door steeds terug te vragen wat zij gelezen hebben, kun je controleren of ze weten wat ze gelezen hebben en oefenen om begrijpend te lezen. Dit is ook een mooie doorstart na het technisch lezen en zou een goed aanbod kunnen zijn. Neem ouders hierin mee, zodat ze dit thuis ook kunnen doen.

Overigens zie je regelmatig dat hoogbegaafde kinderen ( en daarmee onderscheiden zij zich regelmatig van een leerling die een ontwikkelingsvoorsprong heeft op het gebied van lezen) ook in begrijpend lezen al aardig op weg zijn. Zij hebben zichzelf vaak leren lezen en zijn daardoor anders door de leesontwikkeling gelopen. Contexten zijn voor deze kinderen heel belangrijk. Niet zelden zie je daarom ook deze kinderen uitvallen op een DMT, omdat de context ontbreekt en zij bij meerdere woorden flink nadenken, waardoor ze te laat zijn. Trap niet in de valkuil om een kind daardoor in een niveau lager in te delen, maar analyseer waardoor het de DMT niet gehaald heeft en onderzoek of het noodzakelijk is om daarmee aan de slag te gaan.

Al kunnen rekenen

Voor kinderen die al kunnen rekenen, is de meeste groep 3-stof weinig uitdagend. Het is dus van belang om ook hier al zo snel mogelijk in kaart te brengen wat het didactisch niveau is op het gebied van rekenen om daarbij te kunnen aansluiten.

Stof die niet beheerst wordt, kan compact aangeboden worden (zie hieronder voor compactrichtlijnen).

Sommige kinderen kunnen fantastisch rekenen, maar gebruiken daarbij zelfbedachte, maar niet zo handige,  strategieën. Bekijk dus niet alleen maar wat ze al kunnen, maar ook welke strategieën ze toepassen. Daarnaast blijft kunnen rekenen en het op de juiste wijze noteren twee verschillende dingen. De laatste is vaak een aandachtspunt. Laat dus steeds, wanneer een nieuwe notatiemanier aan bod komt, de kinderen even meedoen met de instructie (weliswaar verkort).

Compacten en verrijken

Voor alle groepen, dus ook in groep 3, geldt dat het compacten van de leerstof en het aanbieden van verrijking cruciaal is in de begeleiding van deze groep kinderen.

Compacten is noodzakelijk, omdat deze leerlingen wel zo’n 4x sneller leren dan de gemiddelde leerling. Al die herhalingsstof is simpelweg niet noodzakelijk. Veel nieuwe methodes bieden een compactroute aan in hun handleiding. Ook het SLO biedt op hun website diverse zogenaamde routeboekjes.  Maak er gebruik van en blijf kritisch. Durf er vanaf te wijken! Is het niet compact genoeg: maak het compacter!

Maak ook hoogbegaafde kinderen vinden soms dingen moeilijk. Is er een moeilijk onderdeel? Schroom dan niet om wat meer te laten oefenen. Zeg zeker niet iets als: “Maar dit moet jij kunnen”. Iedereen vindt weleens iets lastig en iedereen maakt fouten. Dat hoort er bij en dat geldt net zo goed voor een hoogbegaafd kind.

Denk niet alleen aan didactisch nuttige dingen om mee te laten doen. Het starten van een nieuw thema of een samenwerkingsopdracht kan goed zijn om mee te doen, bijvoorbeeld voor het sociale aspect. Het voorkomt dat je hoogbegaafde leerling, bij gebrek aan peers, in een sociaal isolement terecht komt.

Compacten kan ook bij instructie. Laat de leerling aangeven, wanneer hij/zij de stof snapt. Laat het dan wat eerder aan de slag gaan.

Zorg ook voor voldoende verrijking, die het creatieve denken en het hogere orde denken aan spreekt. Hiervoor is genoeg materiaal te vinden- ook voor groep 3!

Met de bovenstaande tips kom je een heel eind als het gaat om het begeleiden van een hoogbegaafd kind in groep 3. Natuurlijk is het veel en als je al het bovenstaande niet gewend bent, dan is het een flinke lijst om mee aan de slag te gaan. Wees eerlijk tegen jezelf en daarmee ook tegen het kind. Vraag om hulp als je dat nodig hebt. Verdeel het bovenstaande eventueel in deelstappen: wat ga je eerst doorvoeren en wat daarna? Zo kan het voor jezelf overzichtelijk worden.

Wees duidelijk naar ouders: vertel wat je plannen zijn, wat je precies gaat doen en wat je moeilijk vindt. Heb je opgedeeld in deelstappen? Licht dit dan ook toe en geef aan (ook in tijd) wanneer je dit wel wilt/kunt. Misschien kunnen zij je ook een handje helpen!

Wees duidelijk naar de leerling zelf: vertel wat je plannen zijn, waarom je het belangrijk vindt. Vraag aan hem/haar wat belangrijk is en bepaal samen hoe de praktijk er uit gaat zien. Het zal het kind het gevoel van autonomie en ruimte geven, waar het vaak behoefte aan heeft en toe in staat is. Het kind eigenaar over de eigen ontwikkeling!

Dat het maar een goed schooljaar mag worden!

Aankomende activiteiten

25 april

Extra! Schoolrijpheid bij slimme kleuters

6 juni

Start 3-daagse cursus Plusklas opzetten